donderdag 7 februari 2008

Intens Dichtbij (Margriet 52)

















Productie: Suzanne van Remmen. Met dank aan: Govert de Roos, Karoly Effenberger, Annelore van Herwijnen, Hester Doove, Stefan Heijendael, Sacha de Boer, Nick van Ormondt, Tessa Posthuma de Boer, Marie Cécile Thijs, Monique Velzeboer, Marco Borggreve en Gerard Wessel

Dit artikel stond in Margriet 52, 2007

woensdag 6 februari 2008

Mijn eerste kerst... (Margriet 51)









Tekst: Suzanne van Remmen. Beeld: Bonita Postma
Margriet 51, 2007

Engelen bestaan wél! (Margriet 49)


Tekst: Suzanne van Remmen. m.m.v. Saskia Smith. Fotografie: Getty Images
Dit artikel stond in Margriet 49, 2007

dinsdag 5 februari 2008

'Mijn moeder werd blij van mijn coming out'

De keuze van Bianca
GELUK ANGST OMMEKEER GEZONDHEID ZINGEVING SEXY BIG BROTHER MODE COMING OUT GROEI KWETSBAARHEID HOOP NATUUR STOUT JEUGD VRIJHEID LIEFDE PLASTISCH CHIRURGIE AMSTERDAM MANNEN/VROUWEN GRONINGEN ETEN KINDEREN

Met een muntthee in haar hand zit ‘Big Brother Bianca’ op het terras van de hippe Chocolat Bar in de Amsterdamse Pijp. Ze blatert haar magazine LEV. Het is alweer zeven jaar geleden dat ze als winnaar uit het Big Brotherhuis kwam en heeft de vruchten van haar succes riant geplukt.

Door: Suzanne van Remmen
Met haar organisatie Lets be open probeert ze homoseksualiteit normaal te maken zonder de nadruk op seksuele geaardheid te leggen. Een deel daarvan is het feest flirtation, een uitgaansavond speciaal voor vrouwen die open minded zijn. Een ander deel is het tijdschrift LEV, dat daaraan gekoppeld is. Maar voor die tijd zat ze ook niet stil. “Ik heb echt alles gedaan, van directiesecretaresse en bouwvakker en tot werken bij de marine. Dat laatste raad ik trouwens iedereen aan: je ziet de hele wereld, geweldig!”

BIG BROTHER
Alle roem begon natuurlijk met Big Brother. “Soms begint iets te borrelen in mijn lijf en móet ik wat nieuws doen, iets totaal anders. Dat was ook zo voor ik aan Big Brother begon. Mijn relatie was net over, had behoefte aan iets nieuws en zag dat ze nog mensen zochten. Ik schreef me pas op de laatste dag in. Een biseksueel die baantjes had van directiesecretaresse tot marinier bleek interessant genoeg voor het BB-huis. Het was net een vakantie.” Vakantie? “Echt wel! Naast een jaar op een marineschip zitten vol vrouwen is drie maanden Big Brother niks. Natuurlijk is het anders met camera’s om je heen, maar na twee weken zie je die niet eens meer.”

VRIJHEID
“Vrijheid staat voor mij gelijk aan reizen. Reizen is zo’n beetje mijn levensdoel. Het ultieme gevoel van vrijheid heb ik kunnen meemaken door Big Brother te winnen. Ik had na het programma ineens geld. Het is heerlijk om je geen zorgen te hoeven maken of je de huur wel kan betalen! ik kan gewoon doen wat ik wil. Ik heb de prachtigste reizen kunnen maken, Australië is mijn tweede land. Wat zeg ik, Australië staat op nummer één, daarna komt Nederland. Ooit zou ik daar wel willen wonen.”

OMMEKEER
“De ommekeer in mijn leven was de dood van mijn vader”, zegt ze resoluut. “Dit is nu een jaar geleden en het heeft me voorgoed veranderd. Ik ben veel meer aan mezelf gaan denken. En als dingen om me heen oneerlijk zijn wordt ik sneller boos of reageer ik fel. Iemand verliezen die zo dierbaar voor je is heeft meer impact op je dan je denkt. Ik heb toen ook direct mijn biezen gepakt en ben weer een paar maanden gaan reizen.” Ze vind het geen weglopen van het verdriet. “Dat zou betekenen dat ik mijn hele leven al zou vluchten. Bovendien ga je als je reist eigenlijk weer terug naar de basis. Je hebt niet zoveel nodig. Door al het mooie in de wereld zie je dat er nóg zoveel meer is. Als ik op een berg zit en mediteer kom ik op de beste ideeën voor een nieuwe impuls.”

COMING OUT
“Ik wist al heel lang dat ik ook op meisjes viel, maar liet dat altijd links liggen. Ik had leuke vriendjes en mijn leventje liep gewoon. Tot mijn 28ste. Ik wilde voor mezelf duidelijk krijgen wie ik nou eigenlijk ben. Uitkomen voor je seksuele voorkeur is echt een van de engste dingen die er is. Je weet dat je anders bent en dat moet je eerst zelf accepteren. Gelukkig reageerde mijn omgeving goed. Mijn moeder werd er zelfs helemaal blij van! Ondanks dat ik het moeilijk vond om het te accepteren, ben ik nu ontzettend gelukkig met mezelf. Een beetje van hem en een beetje van haar, ik kan een beetje van beiden snoepen.”

NATUUR
Ook het woord natuur kiest ze kordaat. “Ik ben een zondagskind, altijd komt er wel iets leuks of raars op mijn pad. Ik wacht nu op een nieuwe bevlieging maar het komt nog niet. Misschien ben ik afgelopen jaar niet lang genoeg weggeweest en moet ik toch maar weer even een berg op.” Ze maakt een beweging alsof ze in de boeddhahouding zit en moet lachen, al is ze serieus. “Ik sinds dit jaar vegetariër geworden. Al jaren at ik biologisch vlees, ik ben een enorme dierenvriend. Toen ik laatst in Australië was en zo genoot van al die dieren in de natuur sloeg het me in mijn gezicht. Ik walgde van het idee dat ik dat lieve lammetje, dat eerst in die natuur rondspringt, straks in mijn mond zou hebben. Dat beeld klopte niet.”

PLASTISCH CHIRURGIE
“Daar heb ik echt niks op tegen”, zegt Bianca gemakkelijk. “Tegen de tijd dat mijn borsten of billen gaan hangen zal ik er zeker wat aan doen. Ik vind het een mooie oplossing.” Bijna lijkt het of natuurlijk oud worden volgens haar verleden tijd is. “Er is niks mis met lachrimpeltjes. Sterker nog; die moet je verdienen! Maar nu zijn er toch ook beugels om je tanden recht te zetten en een ooglazerbehandelingen om weer te kunnen zien? Ik vind het een logische stap dat plastische chirurgie normaal wordt. En als het straks net zo duur is als een pak melk… wat let je?”

MANNEN/VROUWEN
“Ik hou van mannen omdat ze niet zeuren. Maar ik hou van vrouwen ómdat ze zeuren. Mannen zijn heerlijk om mee om te gaan en ook ontzettend leuk om mee te flirten en te scharrelen. Toch zou ik geen relatie meer willen met een man. Met een vrouw is de relatie intiemer. Je deelt dezelfde dingen zoals shoppen en tutten en je begrijpt elkaar gewoon beter.” Dat geldt ook voor seks. “Bij mannen draait het maar om één ding: spuiten met die hap. Met mijn vriendin heb ik elke dag seks, gewoon omdat het zo lekker is. Vrouwen nemen meer tijd voor voorspel en hebben er ook de mogelijkheid toe. Een man kan zijn lust moeilijker bedwingen en zich helemaal focussen op de vrouw. Met een vrouw is het van: ‘ik wil jou laten genieten’ en dan zegt de ander ‘ja, maar ik wil jou eerst laten genieten!’, dat vind ik mooi.”

KINDEREN
“Een kleine Bianca of Bianco in huis lijkt me geweldig! Ik denk wel dat ik een goede moeder zou zijn. Als ik naar mijn rode kater kijk heb ik het goed gedaan. Die heeft een geweldig leven. Het kind zou trouwens ook best uit mij mogen floepen”, lacht ze. “Maar ik ben al veertig, dus als er een kind komt moet dat binnen twee jaar. En zo lang ben ik nog niet met mijn vriendin, we willen eerst van elkaar genieten. En een baby hoeft ook niet per sé. Er zijn zoveel leuke dingen in het leven, een kind hebben is daar een van.”

GELUK
Bij het woord geluk reageert Bianca enthousiast. “Het zit ‘m in de kleine dingen; als mijn rode kater op me wacht als ik thuis kom, als mijn vriendin zegt dat ze van me houdt of als de zon schijnt.” Ze stapt op haar fiets. “Ik ga gauw, heb trek en mijn vriendin wacht op me met een heerlijke maaltijd.” En weg is ze.

Artikel voor het tijdschrift 'Femme' (voor de hippe en stadse lesbiënne). Gemaakt voor het vak Publieksbladen, 4e jaar, 2007.

Kontenspektakel

Een blanke meid met een achterste van een Afrikaanse, komt dat zien! Niet dat de andere dames uit onze groep geen aanspraak hebben bij de Tanzaniaanse mannen, maar soms heb ik het gevoel bekeken te worden alsof Pamela Anderson door de straten van Utrecht loopt. Tja, ik ben er nou eenmaal mee geboren.. “What do you put in your food that you have such an arse?”, wordt er gevraagd. En of ik wil trouwen in Mto Wa Mbu, tegen honderdvijftig koeien voor mijn ouders. Maar aan deze man wil ik mijn leven niet geven. Laat mij en mijn zitvlak met rust, is mijn gedachte.
Verlangend denk ik terug aan Nederland, waar mijn bips en ik echte rust hebben. Voordat ik vertrok had ik het gevoel dat er in Nederland al vaak de aandacht gelegd werd op ‘asses’ op een niet-respectvolle manier, maar sinds ik hier ben herzie ik mijn mening; in Nederland hebben we kalmte, worden we een stuk meer geaccepteerd en zal een enkele vluchtige opmerking op straat allang niet meer denigrerend voelen.
Maar we zitten in Tanzania en uiteindelijk raak je samen met je billen overal wel aan gewend. Na de eerste week reis ik door van het noorden van Tanzania, richting de grootste en belangrijkste stad van het land: Dar es Salaam. In deze havenstad lijkt het wel of het helemaal niet uitmaakt hoe je er uitziet. Zolang je maar blank bent en een meisje, dan zit je goed. Of verkeerd. Op elke meter van de straat is er wel een man die je aanspreekt of naroept. Met een man aan je zijde (waar ik dankbaar gebruik van maak), is het verbazingwekkend rustiger. Ook wel eens fijn!

Column, geschreven voor het vak Publieksbladen op basis van de studiereis naar Tanzania voor het vak Globalisering, 4e jaar, 2007.

Het Parool 'Amsterdamse krant met landelijk allure'


Door Suzanne van Remmen
Het is 31 maart twee jaar geleden dat het Parool over is gegaan op tabloidformaat. Sindsdien is het Amsterdamse nieuws niet meer weg te denken uit de krant en zo is Het Parool de stadskrant van Amsterdam geworden. Adjunct-hoofdredacteur Albert de Lange: "We hebben ons onvoorwaardelijk gericht op Amsterdam. Het zit in de vezels van elk exemplaar."

De krant is gigantisch gegroeid vanaf het moment dat ze over is gegaan op tabloidformaat. En dat, terwijl de redactie zelf is geslonken. Dit betekent dat de redactie het moet doen met vijfenzeventig mensen in plaats van honderd. Daarmee wordt werken bij Het Parool zeker geen gemakkelijke taak, het zijn zeker langere dagen geworden, merkt adjunct-hoofdredacteur Albert de Lange op. Maar dit deert hem niet. "Het is de sfeer van de club. We werken met veel plezier op de redactie. Die brutaliteit en sensualiteit die de krant heel vroeger ook had, komt naar boven."

De Lange heeft meegewerkt aan de bouw van het Amsterdamse katern. "Eigenlijk is het niet alleen het katern, de hele krant is Amsterdams geworden. Vroeger was het een landelijke krant met een Amsterdamse allure, sinds tien jaar is het een Amsterdamse krant met een landelijk allure." Maar volgens hem kan het stadsgevoel wat de krant uitstraalt altijd beter. "Het kan nog fijnmaziger en we kunnen nog minder missen wat voor Amsterdammers van belang is."
Sinds vijfentwintig jaar, zijn dit de eerste twee dat de krant er in is geslaagd om haar lezers weer te boeien. Volgens Van Brummelen hebben ze dit voor elkaar gekregen door bijvoorbeeld de verassende indeling van het nieuws. "Wat Het Parool doet, is het belangrijkste nieuws vooraan in de krant zetten, ook al hoort het bijvoorbeeld bij het beurs- of kunstkatern. Hierdoor heb je elke dag een compleet andere indeling." Dit vindt hij belangrijk. "Op de voorpagina van een tabloidkrant passen maar een of twee artikelen. Dan moet je toch wat gaan spelen met de pagina's die daarachter zitten."

Als we kijken naar de cijfers is het doorvoeren van het stadsgevoel een prima zet geweest. "Blijkbaar hebben Amsterdammers behoefte aan een eigen dagblad", lacht trouwe Paroollezer Niels Sterel (22). "Ik vind het in ieder geval een fijne krant; ze schrijven op een op een vermakelijke toon, de artikelen zijn niet te langdradig en de krant snijdt goede onderwerpen aan." Lucas van de Meerendonk (20), student op de School voor Journalistiek in Utrecht is het daar niet mee eens. "Ik vind dat de schrijfstijl van het Parool er eerder op achteruit is gegaan. Het doet me denken aan artikeltjes in de Metro. Ook vind ik het zonde dat de krant op tabloidformaat is gaan schrijven. Zo hou je weinig ruimte over voor mooie lange stukken. Erg jammer."

Ook de redactie van het Parool had het daar behoorlijk moeilijk mee in het begin. "Wij kunnen ons een stuk minder uitleven dan voorheen.",vertelt de kunstredacteur. "Gelukkig hebben we nog wel een ontsnappingsmogelijkheid in het PS katern (dagelijkse uitneembare bijlage met elke dag een nieuw thema), daarvoor schrijven wij als kunstredactie voor de zaterdageditie spreads." En er worden steeds meer mogelijkheden gecreëerd om langere artikelen te schrijven. "In het begin werd er enorm gekort op je stukken, nu nog steeds, maar je merkt dat de lange reportages terugkomen. Voor ons een hele opluchting, want het schrijven van lange verhalen blijft het leukste dat er is. Dit is de reden waarom ik journalist ben geworden."
Sterel is juist een echte Paroollezer geworden sinds deze op tabloid verschijnt en de artikelen wat korter en vlotter zijn geworden. "Vroeger las ik het Parool minder graag, het was meer een krant voor mijn ouders, zo Volkskrant-achtig." Bij de metamorfose is dus ook de doelgroep veranderd. Toch vindt Van Brummelen het aanwijzen van een specifieke doelgroep een beetje nattevingerwerk. "We zijn populistisch gaan schrijven en ik denk daarom dat onze lezers voornamelijk vallen onder 'jong en hip'."

De Lange is hier minder specifiek in. "Onze doelgroep is Amsterdammers. Natuurlijk hebben we er een groep jonge lezers bij gekregen, maar het merendeel die voornamelijk de krant leest zijn toch mensen tussen de dertig en de zestig." De reden dat we de wat oudere lezers van het Parool niet zijn kwijtgeraakt, dankt Van Brummelen aan het PS-katern. "Die is niet echt veranderd, alleen maar makkelijker geworden doordat hij uitneembaar is en een eigen nietje heeft", licht hij toe. In het PS katern is al gauw plaats voor een aantal reportages van zeven- tot twaalfhonderd woorden.

Ook buiten Amsterdam wordt de stadskrant veel gelezen, vermeldt De Lange. "Buiten onze gemeente hebben we nog zo'n tienduizend abonnees." Cor van de Akker (52) uit Breda vindt de stadskrant prachtig. "Ik vind onze hoofdstad een ontzettend mooie stad. Sinds mijn twee dochters en zoon er wonen ben ik er regelmatig. De mensen zijn er direct en zo is de krant ook. Ik denk dat daarom het Parool ook zo goed aansluit bij haar lezers." Van de Akker leest Het Parool zes keer per week, naast een aantal andere kranten zoals de Volkskrant, de Stem en de NRC. Hij vindt de krant vermakelijk. "Voornamelijk door de stukken van Johannes van Dam, de strips en het PS-kartern blijf ik haken bij deze krant", verklaart hij.

Of de krant nog beter zou kunnen worden, daar is Van Brummelen zeker van. "Ik vind dat we qua schrijfstijl niet altijd wild genoeg zijn. Naar mijn idee lopen we een beetje achter de hippe meute aan. Als we toch op de populistische toer gaan, moeten we het wel goed doen." Maar daar tegenover staat wel een minder hippe opmaak. "Die heb ik het liefst zo rustig en overzichtelijk mogelijk"

Wel is hij tevreden over het overbrengen van het stadsgevoel. "Amsterdam is uniek. De inwoners hebben altijd wel een mening over de stad met haar beleid en lopen altijd te kankeren. Maar ondertussen zijn ze hondstrouw en zijn ze ook enorm trots op. Hopelijk zijn ze dat ook op de krant."

Artikel voor het vak Excellente Journalistiek, 3e jaar, 2006.

Leerlingen ronduit positief over School Magazine

“Het is net als op een echte redactie!”

Door: Suzanne van Remmen
Op de School voor Journalistiek zijn er dit jaar nieuwe vakken voor de eerstejaars. Zo heb je de maatschappijredacties: nationaal en internationaal en de school redacties: magazine en online. Een kijkje op de School Magazine-redactie.

Volgens William de Jager is de redactie een reflectie van het echte werk: “Het idee van het vak is om in een periode met je groep een krant of tijdschrift samen te stellen. Je hebt verschillende deelredacties zoals het SVJ-beleid, het studentenleven, media en kunst & cultuur. Maar daarnaast zijn de functies die er bij een echte krant of tijdschrift bestaan ook vergeven, zo zijn er ook eindredacteuren, beeldredacteuren, opmaakredacteuren en natuurlijk is er een hoofdredacteur.”

De les wordt besteed aan het vaststellen van deadlines, overleggen wat er in de krant komt, vergaderen van de hoofdredactie. Klinkt inderdaad wel echt! “Je merkt nu ook dat het een echte chaos is op een redactie. Maar wel een heel gezellige chaos.” Aldus Lucas van de Meerendonk, die wel genoot van zijn functie als hoofdredacteur van het SVJ-beleid. “Je hebt eigenlijk heel weinig werk, maar je mag wél bepalen welk stuk goed genoeg is voor de krant.”

De stukken die geschreven worden moeten zo’n vijfhonderd tot zevenhonderd woorden bevatten en moet natuurlijk aansluiten bij het onderwerp van je deelredactie. Voor de rest zijn er weinig richtlijnen, je mag zowel een nieuwsbericht schrijven als een column. De leraar heeft wel veel invloed op de stukken. Wat voor Lucas soms niet altijd goed uitkomt. “Mijn leraar is Peter Paul Schmaal. Hij en ik zitten niet echt op één lijn. Heb ik een leuk idee, keurt hij het af! Maar hij doet het verder goed, hoor.” Ciska Hoogeveen zegt dat hij alleen een oogje in het zeil houdt qua spelling en grammatica. “En dat is maar goed ook, want nu zitten er in ieder geval geen domme fouten meer in.” Ciska heeft, net als Lucas en William, geen kwaad woord over het vak gesproken. Zo ook Thijs Rooijmans, die in de cultuur- en beeldredactie zit. “Het is praktijkgericht, daar hou ik wel van. Ik zit bij de krant en moet als freelance journalist een stuk schrijven voor het tijdschrift. Alles kost wel veel tijd, maar het is het waard. Als ik het vak een cijfer moet geven krijgt het een acht.”

Artikel voor propedeusevak School Online, 2003.